Ik laat mijn oog vallen op de man van een ander.
Ik heb enig succes.
Wanneer ik een ruimte binnen kom waar hij ook is blijft hij naar me kijken.
Ik loop naar mijn kamer om een mooie jurk aan te trekken (tis een droom).
R. loopt achter me aan en bezweert me te stoppen met mijn verleidingsgedoe. De man in kwestie is nl. van Hanneke Groenteman (in de droom) en die, zegt R. "voelt zich nog een jong meisje".
"Ik ook," zeg ik koeltjes en ga door met verkleden.