Ik had er dus goed aan gedaan de gewassen was wél meteen in de kast te ruimen.
Er is er 1 jarig hoera hoera dat kun je wel zien dat is hij… (10 jaar!!)
Verwennen en manipuleren
Er was een tijd, niet eens zo lang geleden, dat ik om half elf én om twee uur een ons rosbief verdeelde over de katten.
Was ‘zo gegroeid’.
Omdat we allemaal de denkbeeldige broekriem moeten aanhalen heb ik de laatste maanden de middagrosbief vervangen door een kuipje Sheba.
Dat kost maar 62 cent (een ons rosbief iets meer dan 2 Euro).
Ik probeerde een paar soorten uit en ‘reepjes kip’ beviel het best. Zodat ik mezelf suste met dat het er vast niet in zat en het elke middag presenteerde.
Tot een paar weken geleden.
Toen bliefden Sammie en Guus het opeens niet meer.
R. en ik maakten een studie van het aanbod bij Ranzijn.
We kochten van alles wat en de afwisseling maakte het eten weer aantrekkelijk dus wat ik ook opende (telkens iets anders): smullen maar.
Tot vanmiddag.
Het is iets vissigs en het ruikt smerig wat meestal een goed teken is.
Maar beide katten kijken me aan met de ‘is dit eten??’-blik die al snel overgaat in ‘dit is geen eten! waar blijft het echte eten?’
Jullie bekijken het maar, denk en doe ik.
En net zie ik Sammie een beetje proeven en ergens vanavond of vannacht is het vast helemaal óp.
Ze denken misschien wel dat ik gekke Hendrika ben, maar dat valt reuze mee.
Oortjes
Toen Eebje oud werd, werd ze doof.
Guus is bijna vijftien dus vermoedt R. dat die ook doof wordt.
Omdat Guus me niet staat op te wachten wanneer ik thuis kom.
Ik denk dat het anders is.
Ik denk dat Guus op zijn hoede is omdat R. hier vorige week is geweest.
Dat hij denkt: dadelijk is R. er wéér bij en moet ik naar de dierenarts.
Niet erg logisch aangezien het de vorige keer werkster E. was die hem ving voor de dierenarts.
R. heeft hem al erg lang niet gevangen.
Maar logisch denken is niet elke kat gegeven.
Laatst sta ik in de woonkamer en Guus ook wanneer de postbode een enkel poststuk in de bus laat glijden.
Guus bedenkt zich geen seconde maar sprint de trap op.
Het vege lijf moet immers gered.
Zodat ik gisteren nadat ik ben weggeweest direct naar boven loop.
En wie kruipt plat op de buik onder het bed uit?
Juist, Guus.
Net nog eens geprobeerd.
En jawel.
De kleine held had zich opnieuw verstopt toen hij me hoorde binnenkomen maar nu blijkt dat ik alleen ben durft hij.
Met z’n oortjes is in elk geval niets mis.
Opruimen
Al jaren ligt op mijn tafel-beneden (bij anderen: eettafel) een groeiende stapel giro/ING-afschriften.
Af en toe neem ik me voor er iets aan te doen.
Niet eens zozeer voor mezelf.
Ik krijg nooit bezoek (behalve R.) tenzij iemand me overvalt en die probeer ik als het even kan bij de voordeur al te weren.
Maar R. krijgt wanneer hij hier oppast wél bezoek en indirect geneer ik me dan voor mijn chaos.
En ik denk: misschien wel fijn voor hem om áls hij mensen te eten heeft de tafel te kunnen dekken zonder eerst met dozen giroafschriften te hoeven sjouwen.
Daarom goed voornemen: dit keer ruim ik de rommel op voor ik vertrek.
Dat voornemen nu al weken voor me uitgeschoven hebbend als ‘overmorgen begin ik’, ga ik vandaag aan de slag.
Ik neem een stapel ongeopende enveloppen mee naar boven, rits ze 1 voor 1 open en sorteer.
Dan gebeurt dit.
Tja. Enzo.
Knus in het mandje
Knallen – 2
Hoezo ‘crisis’?
Er is in de Schermer nog nooit zoveel vuurwerk afgestoken als dit jaar.
Vanaf tien uur vanochtend en geen rotjes maar keihard geknal en vuurpijlen en van die mitrailleurdingen en verdere nuances ontgaan me.
Vanmiddag was ik in de tuin toen zo’n idioot ging knallen.
De kippen schoten alle kanten op en de cavia’s doken weg onder een hok.
Wat moeten ze nu wel niet doormaken.
Guus heeft vlak voor 12 uur toch de sprong naar boven gewaagd.
En zit nu in de balk boven de keuken.
Ik voel me klote om m’n dieren.
En iedereen die ik dat vertel en die dan reageert met ‘gelukkig nieuwjaar!’ – daarvoor heb ik eh… niet zulke warme gevoelens.
Zwak uitgedrukt.
Knallen
Het vuurwerk is dit jaar vroeg begonnen.
Om tien uur de eerste knallen en daarna was het nooit lang genoeg stil om even een dutje te doen (=20 minuten) en het was links van het huis en rechts en er achter in de Beemster.
Vuurpijlen, ook toen het nog helemaal niet donker was.
Guus zat al snel onder het bed maar kwam er -macht der gewoonte- even onderuit om een uur of twee voor de middagsnack. Waarvan hij niet at omdat hij stijf stond van de zenuwen.
Hij overwoog een sprong via de afzuigkap naar de balk boven de keuken.
Maar durfde het niet aan.
Daarna was ik hem kwijt tot vijf uur zodat ik duizend doden stierf zo niet meer bang dat hij de tuin was ingevlucht. Het luikje had ik met opzet nog niet dicht om de stress niet te verhogen en de afgelopen jaren was dat een goed idee.
Om vijf uur nadat ik overal elders had gezocht scheen ik met de zaklantaarn onder het bed op de plaatsjes waar hij normaal zich *niet* verstopt. Daar zat-ie.
Meteen het luikje afgesloten, bak staat al de hele dag in de bijkeuken.
Het wordt een lange avond en straks ook nog mee-lijden met de knagers (mn de caven zag ik panisch wegduiken bij knallen) en de kipjes (idem).
En al die arme vogels in de bomen en de eenden in de polder en wie weet vinden de wormen vuurwerk ook wel doodeng.
Mijn eigen kerstkindje in zijn kribbe
Gescheiden
Om half elf naar bed, om half vijf wakker.
Ik hoor Guus binnenkomen. Met de loei die ik houd voor ‘grote prooi’ die dan duidt op de vangst van een klein muisje dat in 1 hap óp is (of per ongeluk is ontsnapt achter een plint).
Maar misschien roept hij ook gewoon: “Ik ben er weer!”
Twintig minuten lig ik te denken: zal ik…?
Dan besluit ik de deur naar het overloopje open te doen. De katten mogen de rest van de nacht binnen.
Guus loopt de slaapkamer in en meteen weer uit zodat ik op zijn pootje trap en hij geschrokkken de trap af rent.
Smeken helpt niet – afwachten dan maar.
Sammie wil wel op bed en ook knuffelen maar wanneer Guus zijn plek aan het voeteneind inneemt wil hij liever vrijen met Guus.
Dat gaat een halve minuut goed. Dan krijgen ze een érg hard slaande ruzie.
En rennen allebei de gang op.
Ik laat de deur open, zo wijd mogelijk.
Zinloos. Het tweetal nestelt zich op de neushoorn.
Mooi gebaar mislukt.
Verzitten
Een dag of tien geleden kotst Sammie z’n neushoorn onder.
Die gaat in de was en omdat toch nooit meer iemand op de dogpad ligt schuif ik die onder Sam z’n eend.
Goed idee, vindt de kleine man. Want dogpad is nóg zachter.
Nu Guus niet meer in de slaapkamer mag, ligt hij ’s nachts op het overloopje ervóór. Daar ligt hij ook vaak overdag.
Zodat ik de neushoorn dáár neerleg.
En het duurt een dag maar dan snapt Guus het en is het grijze geval zijn lekker warme bedje.
Soms komt Sammie erbij liggen.
Maar dat eindigt dan meestal zo.
De strik is niet helemaal gelukt
Oosthuizen
Eebje jarig
‘Eebje jarig’ staat vandaag op mijn kalender.
Dat betekent dat Eebje x jaar geleden is geboren want ze is nu alweer een paar jaar dood dus veel te vieren valt er niet.
Het is even zoeken maar haar geboortejaar was 1987.
Ze ligt begraven in de tuin.
Ik weet wáár, heb dakpannen op het graf gelegd.
Maar elke zomer overwoekert het graf en dan is het ruw werken om het pad ernaast eind van de zomer weer vrij te krijgen waarbij de dakpannen allang in stukken zijn getrapt.
De eerste keer vond ik dat verschrikkelijk.
Daar ligt Eebje! zei ik tegen R.
Dat is haar graf.
Maar eigenlijk hoort het wel bij mijn tuin en het leven in mijn tuin en de dood in mijn leven.
Dat wat vergankelijk is in je hart wordt bewaard.
Dat het niet gaat om een aangeharkte vierkante meter met stenen en een verantwoord plantje.
Klappen
Vlak voor kerst 2007 slaat Sammie me voor het eerst.
Het is meteen goed raak: bebloed gezicht, blauw oog dat 2 weken nodig heeft om bij te trekken.
Dit herhaalt zich daarna elke 4-6 maanden.
Het heeft met dominantie te maken, zegt de dierenarts.
We modderen wat aan met kalmerende walm en anti-testosteron-injecties en een ferme hand (door mij).
Twee weken geleden is het weer raak.
Daarna houd ik ’s nachts de slaapkamerdeur gesloten. Soms laat ik Guus wel binnen. Die kan het immers niet helpen. En hij vindt het zo fijn om ’s nachts bij me te zijn.
Eergisteren liet ik ze allebei binnen. Omdat ze zo lief samen op bed lagen te liggen toen ik naar bed ging. Sammie gedroeg zich voorbeeldig. Ik lag steeds halfwakker voor het geval hij zou toeslaan.
Gisteravond. Ik had de slaapkamerdeur dichtgeduwd maar Guus had ‘m geforceerd en toen ik naar bed ging: twee katten aan het voeteneind.
Ik til Sammie naar buiten, sluit de deur en Guus en ik hebben een fijne nacht totdat hij wil wandelen, ik hem eruit laat en de deur achter hem sluit.
Pas vandaag als een klap op mijn kop: ik ben zo ontzettend verkeerd bezig!
Want tuurlijk kan Guus het niet helpen en is hij zielig wanneer ik hem buitensluit. Maar Sammie begrijpt evenmin waarom hij niet op bed mag en al helemaal niet waarom ik hem als enige buiten zet en Guus vertroetel.
Ik voel me hartstikke schuldig.
En denk ook dat het maar goed is dat ik nooit mensenkinderen heb willen hebben want daar had ik vast geknakte griezeltjes van gemaakt.
Kattenfluisteren
Kater Sammie is ruim negen.
Sinds vier jaar slaat hij me.
Een paar keer op mijn oog (dat was schrikken), vaker ergens op mijn hoofd (wat ook erg schrikken is aangezien ik weet dat het puur toeval is dat het die keer *niet* op mijn oog was).
De eerste keer namen R. en ik hem mee naar de dokter.
Daar zei de gedragstherapeute dat ik hem 2 weken buiten de slaapkamer moest sluiten (waar de klappen vielen – wanneer ik sliep).
Verder een katten kalmerend goedje in de kamer laten walmen.
Hem niet te erg verwennen.
Dat zou het moeten doen.
Helaas doet dat het niet.
Eens in de zoveel maanden is het raak.
Soms denk ik: ik was te lief – dus denkt hij dat hij over me kan lopen (me slaan).
Dan weet ik: hij was extra aanhankelijk – zou het zijn dat hij zijn eigen afhankelijkheid van mij niet kan hanteren? En dus gaat slaan.
Een paar dagen geleden: pets.
*Niet* op mijn oog. Wel met meerdere pootjes tegelijk op mijn hoofd (wondjes en bulten) en mijn hals (wondjes) en oor (wondje).
Keihard.
Zodat ik ’s nachts de slaapkamerdeur weer dichthoud.
Tot verdriet van Guus en mij.
Met R. tracht ik te analyseren wat er nu weer was dat Sammie triggerde.
We komen er niet uit.
Katten bij mijn motel in Kingman, AZ
Alles is weer normaal
Vroeg
Gisteravond houd ik het dankzij Bill en Hillary en Lady G vol tot half elf.
Dan slapen.
Om anderhalf uur later om exact middernacht ruw te worden gewekt door een geluid dat ik niet kan plaatsen.
Getingel? Gerinkel? Een muziekje?
En: waar *ben* ik? Welk motel is dit? Heb ik 1 kamer, 2 kamers, wáár komt dat geluid vandaan?
Ik ren uit bed richting geluid dat blijkt te komen uit mijn werkkamer (aha! ik ben thuis).
Het is de telefoon.
Ik neem op: “hallo” niets en leg neer.
Het geluid gaat door: de telefoon in de slaapkamer. Weer “hallo” weer niets weer neergelegd.
Gelukkig doet de telefoon in de woonkamer beneden niet mee.
Dit is het signaal voor de katten om naar boven te komen.
Guus installeert zich bescheiden aan het voeteneind. Sammie wil op mijn gezicht liggen. Tegen mijn gezicht. Op mijn hand. Onder mijn kin.
Hevig spinnend. En wanneer na een minuut of tien het spinnen stopt en ik probeer weg te suffen veert hij op, draait een rondje en vindt een nét ander plekje waarna het installeren, spinnen, wegzakken en weer opveren opnieuw begint.
Dit gaat door tot tien voor vier wanneer hij even buiten gaan plassen.
Twintig minuten later: daar is hij weer op mijn gezicht.
Dan kotsgeluiden en de lieverd springt van het bed af (dit had dus véél erger gekund) en kotst er net naast.
Terug op bed, terug op mijn gezicht, installeren, spinnen etc.
Ik geef het op en sta op.
Om 20 over vier.
Hopelijk is Sammie vannacht een beetje gewend aan het idee dat ik terug ben.
Voorgevoelens
Katten voelen vóór dat hun mens op reis gaat.
Niet spontaan natuurlijk. De mens straalt iets uit. Iets onrustigs.
En dan weten haar katten dat het weer ‘zover is’.
Althans, dat vraag ik me nu af.
Wát weten ze?
Dat er iets gaat gebeuren is Sammie en Guus duidelijk.
Sammie maakt het ongedurig. Soms vrijerig. Soms niet.
Guus wil niet van me wijken.
Heel af en toe wandelt hij de tuin in, verder houdt hij me in de gaten, zit tegen me aan en spint en spint en spint.
Alsof ik na érg hard en érg veel spinnen zou zeggen: weet je wat, nu ga ik dus *niet*.
Maar dat is allemaal interpretatie en wie weet projectie.
Mijn katten zouden wel érg slim zijn als ze uit mijn gedrag konden afleiden dat ik zaterdag 5 weken naar Amerika ga.
Ze leiden vermoedelijk af dat ik onrustig ben en ze denken dat onrust kan leiden tot rare, onaangename dingen.
Misschien zijn ze wel bang dat ik ze in een mandje ga duwen voor de dierenarts.
Zelf voel ik heel duidelijk dat ik dadelijk weg ben.
En dat ik mijn dieren ga missen.
Waar R. uiteraard goed voor gaat zorgen.
Maar toch.



















