Vorige week donderdag.
Mijn werkster stapt binnen: hoest, proest, o, wat ben ik ziek.
Ga weg, zeg ik.
Zgn om haar eigen bestwil.
Maar mij bevangt: nee, niet weer.
Niet weer ziek op vakantie.
Maar ze wil blijven. En babbelen.
En ik houd twee meter afstand (meer is onbeleefd).
Hoest, proest.
O got.
Tot een uur geleden ging het goed.
Nu: daar is-ie. Die keelpijn die altijd twee weken gevloerd-door-griep aankondigt.
Gotverdegotver.
Tot mijn vakantie is het nog 19 dagen.
Ik kan dan nét beter zijn.
Uitgeput, gevloerd, weerloos.
´Beter´.
Shit.