Virtuele relaties – ze zitten me niet lekker.
Die man dus, die wel leuk met me mailde en toen ik hem vroeg iets samen te doen (een voorstelling bezoeken! niet intiem dineren en al helemaal niet een romantische strandwandeling, bij mij thuis eten bij kaarslicht met uitzicht op sex of iets anders Spannends) terugmailde: nee.
Daarvan was ik behoorlijk van slag. Eigenlijk nog wel een beetje.
Hoewel de gêne die me direct erna overviel wat is afgezakt.
Maar wat zo raar was.
Ik dacht eerst: dit vertel ik niemand. Vanwege die gêne.
En dacht toen aan de virtuele vriendin die ik de afgelopen maanden driftig mailend door twee desastreuze affaires heb heen gesleept, alles mee adviserend van ‘wat zal ik aandoen voor de eerste date’ t/m ‘hoe overleef ik nu hij me heeft gedumpt’. Ik dacht: die begrijpt me. En mail haar mijn verhaal.
Waarop zij terugmailt: “Wat is er nou helemaal gebeurd – er is een uitnodiging afgeslagen.”
Zodat ik haar subiet afschrijf als iemand die mogelijk op mijn golflengte zit.
Intussen ben ik zelf ook helemaal niet aardig.
Zo ontving ik alweer een week geleden een erg aardige mail van iemand met wie ik vroeger vaker contact had en ik heb intussen al zeker tien keer in mijn hoofd een aardig antwoord gecomponeerd maar irl komt er steeds wat tussen dus die denkt nu vast ook van alles over mij.
Maar (nog) niet antwoorden is anders dan onaardig antwoorden. Zeg/denk ik.
Wat mogelijk weer wordt ingegeven door mijn eigen fout gedrag.