R. is dus terug.
En kom, denk ik, laat ik na 55 minuten gewoon babbelen dan ook maar vertellen wat me al een paar weken dwars zit.
Er direct aan toe voegend: “Maar daar wil ik het nu verder niet over hebben.”
R. stelt een vraag – das logisch.
Ik geef een antwoord.
En zeg weer: “Voorlopig niet.”
Hoe een vrouw greep heeft op haar wereld.
Iets zeggen en het er dan niet over willen hebben.
Nee, dat moet ik niet.
Ik zie het meer als behoefte aan verbinding, maar angst voor kortsluiting.
Aithos: mooi gezegd. Maar Jeanne: ben je er nu een beetje uit?
Ik stel uit.
Ben ik sowieso goed in.