De strijd tegen de zwarte kater gaat goed.
Om half negen was hij op het terras achter het huis en gooide ik water naar hem.
Niet geraakt maar hij sprintte weg.
Tussen de middag lag hij links in de tuin.
Ik vulde mijn witte bakje met water en ik hoefde niet eens te gooien. Zodra ik in zijn richting liep, rende hij weg.
Een half uur geleden: daar was-ie weer.
Nu in een lastiger toegankelijk gebied in de tuin. Waar hij gewoon lag te liggen en eigenlijk geen vlieg kwaad deed.
Toch het bakje gepakt en op hem afgelopen en hij vatte ’t en wist niet hoe snel hij in de buurtuin (waar geen katten wonen) moest klimmen.
Guus ligt nu op het bruggetje in de eigen tuin te zonnen.
Ziezo.

































