Vijftien maanden hebben Guus en ik zijn pilletjes erin weten te krijgen.
De laatste weken is het hommeles.
De traditie van minipilletje in eerste hapje rosbief leidt ertoe dat hij het eerste hapje laat liggen.
Dan proberen in niet het eerste maar het tweede hapje.
Dat werkt heel even.
Hierna een iets groter pilletje.
Dat geeft al meer problemen.
Om het extra lekker te maken betrek ik de rosbief van drie verschillende slagers en wissel zo de smaken af.
De laatste dagen is de hele rosbief al suspect.
Vandaag laat Guus na een enkel zuinig proefje álles staan.
Terwijl (ik proefde zelf een plakje) het écht heerlijke rosbief is.
Heb de laatste weken ook geprobeerd: tartaar, leverworst, smeerkaas.
En natuurlijk al die overheerlijke loeidure allemaal verschillende miniblikjes.
Guus wil geen pillen.
Guus wil ook niet per se dood, denk ik.
Maar dat komt zo wel steeds dichterbij.
Steeds vaker denk ik: zal ik maar stoppen met die zinloze pogingen.
En Guus gewoon z’n eigen eind op een voor hem prettige manier zonder gedóe laten naderen.
Maar dat kan ik niet.
Nóg niet.




















